Al onze praktijktoepassingen > Oncologie

Oncologie

Indicaties

Gebruik van virtual reality bij een angstig kind tijdens een oncologische punctie

                                           Klinische studies

Klinische studies

Klinische studie gepubliceerd in palliative en supportive care journal
-93%-42%
PIJNANGST

Virtual reality gebruikt als afleiding voor pijn en angst bij borstkankerpatiënten, Palliative and Supportive Care Journal,2019

Bani Mohammad E. & Ahmad M.

Resultaten: De independent sample t-test toonde een significant verschil na de pijninterventie. Het gemiddelde van de interventiegroep was 0,33 (SD = 0,82), en dat van de controlegroep 4,84 (SD = 2,57) (t = -9,19, p < 0,001). De angsttest toonde een significant verschil na de interventie tussen de twee groepen. Het gemiddelde van de interventiegroep was 37,68 (SD=3,80); het gemiddelde van de controlegroep was 50,13 (SD=9,32) (t=-7,83, p<0,001). N = 80

Klinische studie gepubliceerd in een tijdschrift voor psychologie
-72% -44% -59%
ONGEMAK PIJN MAXIMAAL TIJD DACHT AAN PIJN

Virtual reality analgesie tijdens venapunctie bij pediatrische patiënten met onco-haematologische aandoeningen, Frontiers in Psychology, 2018

Atzori B., et al.

Resultaten: Tijdens venapunctie was het gemiddelde pijnniveau van patiënten significant lager tijdens VR voor alle drie pijncomponenten:

  • “Tijd besteed aan denken over pijn” tijdens “Geen VR” gemiddeld = 3,23 (SD = 2,98) vs. “Ja VR” gemiddeld = 1,33 (SD = 1,05), p < 0,05, Cohen’s d = 0,62, matige effectgrootte;
  • “Pijngerelateerde ongemak” tijdens “Geen VR” gemiddeld = 3,27 (SD = 3,43) vs. tijdens “Yes VR” gemiddelde = 0,93 (SD = 1,16), p < 0,01, Cohen’s d = 0,70, matige effectgrootte;
  • “Ergste pijn” tijdens “No VR” gemiddelde = 3,60 (SD = 3,00) vs. tijdens “Yes VR” gemiddelde = 2,00 (SD = 1,20), p < 0,05, Cohen’s d = 0,51, matige effectgrootte.

Resultaten: Tijdens venapunctie was het gemiddelde pijnniveau van patiënten significant lager tijdens VR voor alle drie pijncomponenten:

– “Tijd besteed aan denken over pijn” tijdens “Geen VR” gemiddeld = 3,23 (SD = 2,98) vs. “Ja VR” gemiddeld = 1,33 (SD = 1,05), p < 0,05, Cohen’s d = 0,62, matige effectgrootte;

– “Pijngerelateerde ongemak” tijdens “Geen VR” gemiddeld = 3,27 (SD = 3,43) vs. tijdens “Yes VR” gemiddelde = 0,93 (SD = 1,16), p < 0,01, Cohen’s d = 0,70, matige effectgrootte;

– “Ergste pijn” tijdens “No VR” gemiddelde = 3,60 (SD = 3,00) vs. tijdens “Yes VR” gemiddelde = 2,00 (SD = 1,20), p < 0,05, Cohen’s d = 0,51, matige effectgrootte.

Zeugnis

Referenties